Wetsvoorstel Belastingplan 2021
Het inkomensbeleid kan niet los worden gezien van de coronacrisis die zoals bekend heeft geleid tot een ongekend grote economische neergang. Via het omvangrijke steun- en herstelpakket probeert het kabinet zo veel mogelijk te voorkomen dat mensen hun inkomen verliezen. Voorbeelden daarvan zijn de fiscale vrijstellingen voor de TOGS, de zogenoemde “zorgbonus” voor zorgpersoneel en de TOFA en de mogelijkheid voor ondernemers om een fiscale coronareserve te vormen.
Het kabinet zorgt daarnaast voor een meer gelijkmatigere verdeling van de koopkrachtontwikkeling doorverhoging van de ouderenkorting en verschuiving tussen de algemene heffingskorting en de arbeidskorting.
Ook wordt het verschil in fiscale behandeling tussen werknemers en zelfstandigen verder verkleind door de zelfstandigenaftrek versneld te verlagen en de arbeidskorting te verhogen. Daarnaast daalt het tarief van de eerste schijf van de inkomstenbelasting met 0,25 procent. Niet alleen zelfstandigen, maar ook werknemers profiteren van deze maatregelen.
Tenslotte bevat het wetsvoorstel een aantal kleinere maatregelen die bijdragen aan verdere vergroening van het belastingstelsel en stimulering van scholing van (ex-)werknemers.
Wetsvoorstel Wet aanpassing box 3
Veel belastingplichtigen ervaren de vermogensrendementsheffing nog altijd als te hoog. Het belasten van het werkelijke rendement is voor het huidige kabinet het uiteindelijke doel. Dit doel is echter niet op de korte termijn te realiseren. Om tegemoet te komen aan de kleinere spaarders en beleggers wordt in het wetsvoorstel ‘Wet aanpassing box 3’ voorgesteld om de vermogensrendementsheffing in box 3 aan te passen.
De systematiek voor het bepalen van het rendement verandert in 2021 niet. Er blijven dus drie schijven aan de hand waarvan de verschuldigde belasting wordt berekend. Het heffingsvrije vermogen per persoon wordt wel verhoogd van € 30.846 in 2020 naar € 50.000 in 2021. Belastingplichtigen met een vermogen tot circa € 222.000 (€ 444.000 voor fiscale partners samen) betalen minder box 3-heffing. Belastingplichtigen met een groter vermogen betalen meer belasting.
Bijna 1 miljoen belastingplichtigen zullen door dit voorstel helemaal geen box 3 meer betalen. Hierbij worden maatregelen voorgesteld om doorwerking van de verhoging van het heffingvrije vermogen in box 3 naar de vermogenstoetsen voor inkomens- en vermogensafhankelijke regelingen en naar eigen bijdragen in het zorgdomein op basis van het vermogen te voorkomen.
De tabel voor 2021 ziet er dan als volgt uit:
Box 3 vermogen | Forfait | x 31% | |
0 | 50.000 | 0% | |
50.001 | 100.000 | 1,90% | 0,58832% |
100.001 | 1.000.000 | 4,50% | 1,39543% |
> | 1.000.000 | 5,69% | 1,76390% |
Wetsvoorstel Wet differentiatie overdrachtsbelasting
Het kabinet wil de positie van koopstarters verstevigen ten opzichte van andere kopers, zoals beleggers, zodat zij meer kans maken op een koopwoning. Om dit te bereiken wordt een differentiatie van de overdrachtsbelasting voorgesteld. Koopstarters onder een bepaalde leeftijd die de woning als hoofdverblijf gaan gebruiken worden vrijgesteld waardoor zij minder lang hoeven sparen voor het kunnen betalen van hun kosten koper. Om deze maatregel te financieren geldt het verlaagde tarief van twee procent alleen nog voor burgers die de woning als hoofdverblijf gaan gebruiken. Andere kopers zoals beleggers betalen het algemene tarief dat bovendien wordt verhoogd naar acht procent.