Laagste vpb-tarief van 15% naar 19%
Het kabinet wil het vennootschapsbelastingtarief in de eerste schijf verhogen van 15% naar 19%. Tevens wil het de schijflengte van de eerste schijf inkorten van € 395.000 naar € 200.000. Hierdoor gaat het hoge vennootschapsbelastingtarief van 25,8% al vanaf een belastbaar bedrag boven de € 200.000 spelen.
Tip! Door winsten naar voren te halen of voorzieningen te laten vrijvallen, kan optimaal gebruik worden gemaakt van de eerste tariefschijf tot € 395.000 in 2022. Door kosten of investeringen uit te stellen tot 2023 zullen deze eerder aftrekbaar zijn tegen het hogere tarief van 25,8%.
Twee tariefschijven in box 2
Box 2 belast inkomsten uit aanmerkelijk belang, zoals dividenden die een dga uitgekeerd krijgt van zijn bv. Hiervoor geldt nu één tarief van 26,9%. Vanaf het jaar 2024 komen er twee belastingschijven in het box 2-tarief. Het tarief wordt progressief (hoe meer inkomen, hoe hoger het tarief). Het voorstel is als volgt:
Box 2 | Inkomen (€) | Tarief 2024 |
Laag tarief | tot 67.000 | 24,5% |
Hoog tarief | vanaf 67.000 | 31,00% |
Tip! Door bij wisselende winsten dividenduitkeringen over de jaren te spreiden kan zoveel mogelijk heffing in de laagste tariefschijf plaatsvinden. Denk hierbij ook aan de mogelijkheid om het box 2-inkomen bij fiscaal partnerschap te verdelen tussen de partners, zodat tot maximaal € 134.000 gebruik kan worden gemaakt van het lage tarief. In 2024 is het laagste tarief 2,4%-punt lager dan het tarief in 2022. Maak gebruik van dit verschil door dividenden tot maximaal € 67.000 (of € 134.000 bij fiscaal partners) in 2024 uit te keren.
Let op! Deze verhoging van het box 2-tarief is ook van belang met het oog op het eerder ingediende wetsvoorstel excessief lenen (zie overige maatregelen).
Doelmatigheidsmarge gebruikelijk loon
Dga’s zijn verplicht zichzelf loon toe te kennen vanuit hun eigen bv. De minimale hoogte van dat loon wordt vastgesteld op basis van de gebruikelijkloonregeling, waarbij onder andere gekeken wordt naar het loon van de meest vergelijkbare dienstbetrekking. Het loon van de dga mag maximaal 25% lager zijn dan dit loon. Deze 25% vormt een zogeheten ‘doelmatigheidsmarge’. Voorgesteld is om deze doelmatigheidsmarge af te schaffen, zodat dga’s zichzelf mogelijk een hoger loon moeten toekennen dan op dit moment het geval is.
Let op! Het aanpassen van het loon is niet in alle gevallen nodig. Mogelijk voldoet het huidige loon al aan het nieuwe voorstel.
Hoger loon dga innovatieve start-ups
Bij innovatieve start-ups mag het gebruikelijk loon van de dga voor maximaal drie jaar zonder overleg met de Belastingdienst op het minimumloon worden gesteld. Deze regeling zal per 2023 worden afgeschaft voor nieuwe gevallen.
Uitfaseren oudedagsreserve (FOR)
Een ondernemer voor de inkomstenbelasting (bijv. een vennoot in een vof) kan een deel van zijn winst reserveren om een oudedagsreserve (FOR) te vormen. Daarvan kan later een lijfrente worden aangekocht. Dit zorgt ervoor dat de ondernemer op latere leeftijd nog inkomsten heeft. De belastingheffing wordt dan uitgesteld totdat de lijfrente-uitkeringen worden ontvangen. De FOR wordt uitgefaseerd. Dit betekent dat er vanaf 2023 geen bedragen meer aan de FOR mogen worden toegevoegd.
N.B. Een bestaande FOR kan in de komende jaren nog wel op de gebruikelijke wijze worden afgewikkeld.
Versnelde afbouw zelfstandigenaftrek
De zelfstandigenaftrek wordt versneld afgebouwd met € 1.280 per jaar. De zelfstandigenaftrek wordt stapsgewijs verlaagd van € 6.310 in 2022 naar € 900 in 2027. Per 2023 bedraagt de zelfstandigenaftrek € 5.030.
Tip! De verhoging van de zelfstandigenaftrek voor starters (de startersaftrek) blijft vooralsnog ongewijzigd (€ 2.123).
Verhoging MIA en EIA
Het kabinet kondigt aan dat de budgetten voor de Milieu-investeringsaftrek (MIA) en de Energie-investeringsaftrek (EIA) worden verhoogd. Dit om bedrijven een extra steun in de rug te geven en vanwege het groeiende aantal aanvragen. Het budget voor deze investeringsregelingen zal structureel worden verhoogd met € 100 miljoen (MIA) en € 50 miljoen (EIA) per jaar vanaf 2023.
Voorstel uitsluiten BOR voor verhuurd vastgoed
Het kabinet stelt voor om verhuurd vastgoed straks niet meer in aanmerking te laten komen voor de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en de doorschuifregeling in de inkomstenbelasting. Daardoor kan verhuurd vastgoed op deze manier niet meer fiscaal voordelig worden overgedragen. Dit voorstel, dat nog nader wordt uitgewerkt, zal waarschijnlijk niet eerder in werking treden dan in 2024.
Ga terug naar de overzichtspagina >