Skip to content

Belastingplan 2024: (vermogende) Particulieren

Tarieven IB 2024 box 1 (niet-AOW-er)

Belastingplichtigen die aan het begin van 2024 nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, krijgen in 2024 naar verwachting met de volgende tariefschijven te maken.

Tarief inkomstenbelasting 2024
Box 1- tariefBel.ink. meer dan (€)maar niet meer dan (€)Tarief 2024 (%)  
Schijf laag tarief75.62436,97%
Schijf hoog tarief75.62449,50%

Deze percentages zijn inclusief premies volksverzekeringen. Voor wie andere premies volksverzekeringen gelden, is een andere tariefstructuur van toepassing.

Tarieven IB 2024 box 1 (AOW-er)

Belastingplichtigen die aan het begin van 2024 de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt en zijn geboren na 1946, krijgen in 2024 naar verwachting met de volgende tariefschijven te maken.

Tarief inkomstenbelasting 2024 (AOW-ers)
Box 1- tariefBel.ink. meer dan (€)maar niet meer dan (€)Tarief 2024 (%)  
Tarief schijf 138.139*19,07%
Tarief schijf 238.13975.62436,97%
Tarief schijf 375.62449,50%

*Geboren voor 1946: schijf 1 tot € 40.077

Deze percentages zijn inclusief premies volksverzekeringen. Voor wie andere premies volksverzekeringen gelden, is een andere tariefstructuur van toepassing.

Gewijzigde heffingskortingen

Hieronder zijn de wijzigingen in heffingskortingen opgenomen. Deze betreffen belastingplichtigen die jonger zijn dan de AOW-leeftijd. Voor mensen die ouder zijn dan de AOW-leeftijd gelden lagere maxima.

Heffingskortingen2024 (€)2023 (€)
Algemene heffingskorting maximaal3.3743.070
Arbeidskorting maximaal5.5535.052
Inkomensafhankelijke combinatiekorting maximaal2.9612.694
Jonggehandicaptenkorting902820

Twee tariefschijven in box 2

Box 2 belast inkomsten uit aanmerkelijk belang, zoals dividenden die een dga uitgekeerd krijgt van zijn bv. Hiervoor geldt nu één tarief van 26,9%. Vanaf 2024 komen er twee belastingschijven in het box 2-tarief. Het tarief wordt progressief (hoe meer inkomen, hoe hoger het tarief). Het voorstel is als volgt:

 Inkomen (€)Tarief 2024
Laag tarieftm 67.00024,5%
Hoog tarief> 67.00033,00%

Voor fiscaal partners geldt via de toerekening van inkomensbestanddelen een laag tarief voor de eerste € 134.000 aan box 2-inkomen.

Let op! Het hogere box 2-tarief gaat ook gelden voor op 1 januari 2024 reeds aanwezige winstreserves.

Verhoging tarief box 3 naar 36%

Het kabinet stelt voor om het tarief in box 3 met vier procentpunten te verhogen naar 36%. Daarnaast stelt het kabinet voor om het heffingsvrij vermogen in box 3 niet te indexeren per 1 januari 2024, waardoor ook in 2024 een heffingsvrij vermogen van € 57.000 per persoon (€ 114.000 voor fiscale partners) geldt.

Tip! Als het werkelijke rendement uit sparen en beleggen lager is dan het forfaitaire rendement, maak dan bezwaar tegen de aanslag. Dit geldt temeer nu de Advocaat-Generaal (adviseur van de Hoge Raad) op 1 september jl. heeft geconcludeerd dat de overbruggingswetgeving box 3, en daarmee het huidige wettelijke systeem, nog steeds het discriminatieverbod en het eigendomsrecht schendt bij bezitters van ander vermogen dan spaargeld. Het oordeel is nu aan de Hoge Raad.

Aandeel VvE en gelden derdenrekening

Per 1 januari 2023 is een tijdelijke regeling voor de box 3-heffing in werking getreden, met als doel om de forfaitaire rendementen beter aan te laten sluiten op de werkelijke rendementen. Bezittingen kunnen behoren tot de categorie banktegoeden (forfaitair rendement in 2023 voorlopig 0,36%) of overige bezittingen (forfaitair rendement in 2023 6,17%). Het kabinet stelt voor om lidmaatschapsrechten in een VvE en gelden op een derdenrekening met terugwerkende kracht naar 1 januari 2023 in de (lager belaste) categorie banktegoeden onder te brengen.

Onderlinge vorderingen en schulden

Vanaf 1 januari 2023 geldt voor vorderingen een hoger forfaitair rendement (6,17%) dan voor schulden (voorlopig in 2023 2,46%). Hierdoor ontstaat bij onderlinge vorderingen en schulden tussen fiscale partners en tussen ouders en minderjarige kinderen een hoger box 3-inkomen dan onder de regeling die tot 1 januari 2023 gold. Om dit te voorkomen stelt het kabinet voor om deze vorderingen en schulden met terugwerkende kracht per 1 januari 2023 voor box 3 buiten beschouwing te laten (‘defiscaliseren’).

Groen beleggen versoberd

Met ingang van 1 januari 2025 wordt de vrijstelling in box 3 voor groene beleggingen verlaagd van € 65.072 naar € 30.000.

IACK strenger bij co-ouderschap

De inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) is een heffingskorting voor alleenstaanden of minstverdienende partners die arbeid en zorg voor een kind combineren. Bij co-ouderschap moet de zorg voor het kind door de co-ouders in gelijke mate worden verdeeld. Door een arrest van de Hoge Raad was daarvan al sprake bij 78 dagen zorg aan het kind in een kalenderjaar door één van de co-ouders. Vanaf 1 januari 2024 moeten co-ouders ieder ten minste 156 dagen van het kalenderjaar voor het kind zorgen.

De IACK wordt voorts uitgefaseerd in 9 stappen vanaf 2027. Hiermee eindigt deze regeling op 1 januari 2035.

Afschaffing betalingskorting IB

De Belastingdienst verleent bij bepaalde voorlopige aanslagen inkomstenbelasting (IB) een betalingskorting als de hele aanslag minus de betalingskorting uiterlijk op de eerste vervaldag is betaald. Deze regeling wordt afgeschaft. Het blijft mogelijk om een voorlopige aanslag IB ineens te betalen, maar dat levert vanaf 2024 geen betalingskorting meer op.

Lucratief belang

Vermogensrechten die (mede) zijn verkregen als beloning voor werkzaamheden kunnen een lucratief belang vormen. Inkomsten hieruit worden belast in box 1 (maximaal 49,5% in 2023). Hiervan is onder meer sprake als de vermogensrechten economisch vergelijkbaar zijn met achtergestelde soortaandelen die in totaal minder dan 10% van het totaal geplaatste kapitaal in de vennootschap uitmaken. Hierbij telt agio en informeel kapitaal ook mee. Het kabinet stelt voor om een aandeelhouderslening die geen informeel kapitaal vormt, maar die wel bijdraagt aan een beloning voor werkzaamheden, ook mee te tellen voor deze beoordeling. Dit is een reactie op rechtspraak van de Hoge Raad en was al eerder aangekondigd.

Dit voorstel heeft terugwerkende kracht tot 26 juni 2023.

Ga terug naar de overzichtspagina >

Eindejaarstips 2023

Jaarlijks verschijnen in deze tijd vele verzamelingen met zogenoemde ‘eindejaartips’. Ook wij doen aan die traditie mee en bieden u hierbij onze special aan met maar liefst 48 tips ingedeeld…

Lees meer

Belangrijke fiscale voorstellen Belastingplan 2024

Hieronder volgt een overzicht van een aantal belangrijke fiscale voorstellen voor de vermogende DGA en de ondernemer, die met Prinsjesdag 2024 bekend zijn geworden. 1. Afschaffen van het open familiefonds…

Lees meer

Overzicht belangrijkste wetsvoorstellen Belastingplan 2024

Tijdens Prinsjesdag 2023 is het Belastingplan voor 2024 gepresenteerd. In dit Belastingplan staan diverse wijzigingen en belangrijke wetsvoorstellen voor het jaar 2024. Op onze website vindt u nu diverse artikelen…

Lees meer

Belastingplan 2024: Ondernemingen en dga

Vervallen belastingplicht open familiefondsen Wil een familiefonds, vaak een fonds voor gemene rekening (fgr), voor de vennootschapsbelasting zelfstandig belastingplichtig blijven, dan moet het per 1 januari 2025 aan nieuwe voorwaarden…

Lees meer

Belastingplan 2024: Bedrijfsopvolgingsfaciliteiten

BOR Als ondernemingsvermogen wordt overgedragen door schenking of vererving, kan dat tot heffing van schenk- of erfbelasting leiden. Om te voorkomen dat de continuïteit van een onderneming hierdoor in gevaar…

Lees meer

Belastingplan 2024: Werkgever

Verhoging onbelaste reiskostenvergoeding Een werkgever mag in 2023 aan zijn werk-nemers een onbelaste reiskostenvergoeding van maximaal € 0,21 per zakelijke kilometer (inclusief woon-werkverkeer) toekennen. Deze maximale onbelaste vergoeding wordt per…

Lees meer
Back To Top