Tijdens het huwelijk overstappen van huwelijkse voorwaarden naar gemeenschap van goederen, leidt niet tot een schenking tussen de echtgenoten heeft de rechter lang geleden (1959) geoordeeld. Maar wat als je een bestaande huwelijksgemeenschap hebt en je de onderlinge gerechtigdheid wijzigt van bijvoorbeeld 50-50 naar 90-10? Is dan ook geen sprake van een (te belasten) schenking? Rechtbank Noord Holland heeft zich hier onlangs over gebogen.
Meneer A is in 2015 in gemeenschap van goederen gehuwd met mevrouw B. Zij hadden toen al 33 jaar lang een affectieve relatie. In 2017, twee maanden voor overlijden van A, maken A en B huwelijkse voorwaarden. Die houden in dat bij ontbinding van de huwelijksgemeenschap A gerechtigd is tot 10% en B tot 90% van de gemeenschap. Als A overlijdt is B zijn enig erfgename. In plaats van een nalatenschap die 50% van het gemeenschappelijk vermogen bedraagt, is deze nu nog maar 10%, waardoor op korte termijn erfbelasting wordt bespaard.
De fiscus accepteert het niet en legt een aanslag op die uitgaat van 50-50 gerechtigdheid tot de gemeenschap. B is het hier niet mee eens. De fiscus werpt op dat het wijzigen van de gerechtigdheid als een schenking moet worden beschouwd. De rechtbank oordeelt dat de uitspraken van lang geleden nog steeds gelden. Om te kunnen spreken van een belastbare schenking moet er een voltooide vermogensverschuiving tot stand zijn gebracht op het moment van het maken van de huwelijkse voorwaarden. Dat is niet het geval, omdat zolang de gemeenschap bestaat de één nog niet is verarmd en de ander nog niet is verrijkt.
De afloop van deze procedure is op dit moment niet goed in te schatten, maar het huwelijksvermogensrecht houdt de gemoederen nogal bezig dit jaar. De rechter zal binnenkort ook uitspraak doen over de vraag of het aangaan van een beperkte gemeenschap met één goed een schenking is. We houden u op de hoogte!
Meer weten over besparing van erfbelasting, schenken of huwelijkse voorwaarden? Neem contact met ons op!