Skip to content

Informatiebijeenkomst HRM van 4 juni gemist? Dit zijn de hoogtepunten!

Op 4 juni hebben Ton van der Baan (jurist) en Lea van der Sande (salarisspecialist) een presentatie gehouden over de Wet Arbeid in Balans. Voor wie er niet bij kon zijn, zetten we hieronder de belangrijkste zaken nog even op een rij.

Oproepkrachten in 2020

  • In 2020 moet iedere oproepkracht na één jaar een aanbieding krijgen voor een contract met vaste uren, gebaseerd op de gemiddelde gewerkte uren in het voorafgaand jaar. Voor oproepkrachten die op dit moment al langer dan een jaar in dienst zijn, moet uiterlijk op 1 februari 2020 een dergelijke aanbieding gedaan zijn. Wordt de aanbieding niet gedaan, dan kan de werknemer achteraf uitbetaling van de niet aangeboden uren eisen. Het is daarom raadzaam altijd goed vast te leggen of de werknemer kiest voor vaste uren of niet.
  • Een oproepkracht moet minstens vier dagen van tevoren worden opgeroepen door de werkgever en als de oproep niet uiterlijk vier dagen van tevoren wordt afgezegd behoudt de oproepkracht het recht op loon over de ingeroosterde uren. Bij CAO kan deze termijn verkort worden naar 1 dag.

Documenten niet op orde, risico op hoge naheffing

Van alle werknemers dient een kopie van een geldig identiteitsbewijs aanwezig te zijn waarop een duidelijke foto en het BSN te zien is. Dit dient bewaard te blijven zolang de werknemer in dienst en nog 5 jaar daarna. NB: Een rijbewijs is geen geldig identiteitsbewijs voor de salarisadministratie! Daarnaast moet er een volledig ingevulde en ondertekende loonbelastingverklaring aanwezig zijn. Zijn de documenten niet compleet dan kan dit leiden tot een naheffingsaanslag met forse boete. Het is dus van groot belang de zaken goed op orde te hebben.

Premiedifferentiatie in 2020

De hoogte van de W.A. premie is straks niet meer afhankelijk van de sector waarin wordt verloond, maar van het soort arbeidscontract dat is afgesloten met de werknemer. Het verschil tussen de hoge en de lage premie gaat voor alle sectoren 5% bedragen. Omdat contracten die nu afgesloten worden wellicht doorlopen in 2020 is het verstandig hier nu al kritisch naar te kijken.

Payroller krijgt gelijke rechten

Werknemers die op payroll-basis werken, krijgen minimaal dezelfde arbeidsvoorwaarden als de werknemers die in een vergelijkbare functie in dienst zijn bij de opdrachtgever/inlener. Dit betekent, gelijk loon, gelijk aantal bovenwettelijke vakantiedagen, evenveel scholing, hetzelfde sociaal plan bij ontslag, enz. Daarnaast is het uitzendbeding niet meer geldig bij payrolling.

AVG en het veilig delen van documenten

Wat zijn de mogelijkheden in ons loonprogramma Loket.nl om documenten veilig te delen? Documenten kunnen per werknemer gecodeerd opgeslagen worden, waarbij ze automatisch worden vernietigd, zodra de bewaartermijn verstrijkt. Documenten die niet voor de werknemers zichtbaar mogen zijn, kunnen veilig gedeeld worden via het werkgeversdossier.

Cumulatiegrond ontslag

Ontslag wordt ook mogelijk als er sprake is van een optelsom of combinatie van omstandigheden. De werkgever hoeft niet elke ontslaggrond afzonderlijk en volledig aan te tonen, maar de werknemer kan bij gebruikmaking van de cumulatiegrond wel een halve transitievergoeding extra krijgen, bovenop de berekende transitievergoeding.

Transitievergoeding aangepast

Op dit moment betaalt u alleen een transitievergoeding bij ontslag van werknemers die na 24 maanden of langer in dienst te zijn geweest geen contractverlenging meer krijgen of voor werknemers met een contract voor onbepaalde tijd die worden ontslagen. Vanaf 2020 gaat ook dit veranderen. Werknemers die niet zelf ontslag nemen hebben vanaf 2020 direct recht op een transitievergoeding van 1/3 maandsalaris per gewerkt jaar en berekend naar rato van het dienstverband als het contract wordt beëindigd. Ook hierbij geldt dus dat een einddatum op 31-12-2019 heel anders kan uitpakken dan een einddatum op 1 januari 2020.

Ketenregeling verlengd van twee naar drie jaar

De zogenoemde ketenreeks voor arbeidscontracten gaat veranderen. Tot en met 31 december 2019 mogen er maximaal drie contracten voor bepaalde tijd worden gegeven binnen een periode van maximaal twee jaar, voordat er een contract voor onbepaalde tijd ontstaat. Dat wordt drie jaar.

Een reeks wordt onderbroken als de werknemer tussentijds minimaal zes maanden uit dienst is geweest Uitzondering hierop is als sprake is van een seizoenmatig patroon en dit benoemd is in de cao. In dat geval wordt de reeks al onderbroken als de werknemer tussentijds drie maanden uit dienst is geweest.

Bij verlenging van een contract in 2019 met een einddatum in 2019 die, samen met eerdere contracten leidt tot een langere duur dan twee jaar, ontstaat een dienstverband voor onbepaalde tijd. Maar eindigt de verlenging in 2020, dan kunnen de contracten voor bepaalde tijd samen tot maximaal drie jaar duren, voordat een dienstverband voor onbepaalde tijd ontstaat.

Jongeren onder de 18 jaar die minder dan 12 uur per week werken en BBL-leerlingen vallen niet onder deze regeling en mogen daarom meerdere contracten voor bepaalde tijd krijgen, voordat zij voor onbepaalde tijd in dienst komen.

Wilt u aanwezig zijn bij de volgende informatiebijeenkomst?

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief! Dan blijft u op de hoogte van ons laatste nieuws en informatiebijeenkomsten.

Eindejaarstips 2023

Jaarlijks verschijnen in deze tijd vele verzamelingen met zogenoemde ‘eindejaartips’. Ook wij doen aan die traditie mee en bieden u hierbij onze special aan met maar liefst 48 tips ingedeeld…

Lees meer

Belangrijke fiscale voorstellen Belastingplan 2024

Hieronder volgt een overzicht van een aantal belangrijke fiscale voorstellen voor de vermogende DGA en de ondernemer, die met Prinsjesdag 2024 bekend zijn geworden. 1. Afschaffen van het open familiefonds…

Lees meer

Overzicht belangrijkste wetsvoorstellen Belastingplan 2024

Tijdens Prinsjesdag 2023 is het Belastingplan voor 2024 gepresenteerd. In dit Belastingplan staan diverse wijzigingen en belangrijke wetsvoorstellen voor het jaar 2024. Op onze website vindt u nu diverse artikelen…

Lees meer

Belastingplan 2024: Ondernemingen en dga

Vervallen belastingplicht open familiefondsen Wil een familiefonds, vaak een fonds voor gemene rekening (fgr), voor de vennootschapsbelasting zelfstandig belastingplichtig blijven, dan moet het per 1 januari 2025 aan nieuwe voorwaarden…

Lees meer

Belastingplan 2024: Bedrijfsopvolgingsfaciliteiten

BOR Als ondernemingsvermogen wordt overgedragen door schenking of vererving, kan dat tot heffing van schenk- of erfbelasting leiden. Om te voorkomen dat de continuïteit van een onderneming hierdoor in gevaar…

Lees meer

Belastingplan 2024: Werkgever

Verhoging onbelaste reiskostenvergoeding Een werkgever mag in 2023 aan zijn werk-nemers een onbelaste reiskostenvergoeding van maximaal € 0,21 per zakelijke kilometer (inclusief woon-werkverkeer) toekennen. Deze maximale onbelaste vergoeding wordt per…

Lees meer
Back To Top