De staatssecretaris van Financiën heeft op 28 april jl. in een nieuw besluit verduidelijkt wat bedoeld wordt met het begrip ‘zelfstandig’ voor de BTW in relatie tot de werkzaamheden die verricht worden door toezichthouders en van leden van diverse commissies. Die verduidelijking is welkom voor de praktijk.
Om als ondernemer voor de BTW te worden aangemerkt moet iemand zelfstandig werkzaamheden verrichten tegen betaling. Dat betekent dat de werkzaamheden bijvoorbeeld niet in dienstbetrekking mogen worden verricht. Personen werkzaam als toezichthouder of als lid van een bezwaaradviescommissie, zijn doorgaans niet in dienstbetrekking bij de opdrachtgever. Tot voor kort werd aangenomen dat zij, vanwege het ontbreken van een gezagsverhouding, zelfstandig opereren en dus ook ondernemer zijn voor de BTW. Dat leidde, naast de ongewenste administratieve lasten die daarbij kwamen kijken, ook tot hogere kosten bij opdrachtgevers die geen recht hadden op aftrek van de BTW.
Het Hof van Justitie van de EU en de Hoge Raad oordeelden dat zelfstandigheid in de uitoefening van dit soort werkzaamheden ook kan ontbreken als de betreffende personen niet in loondienst zijn. Het nieuwe Besluit maakt nu duidelijk dat, ondanks het ontbreken van een arbeidsovereenkomst, geen sprake is van zelfstandigheid voor de BTW als werkzaamheden worden verricht voor:
- Toezichthoudende organen met of zonder wettelijke grondslag in publiek- of privaatrecht (o.a. nv, bv, (bedrijfstak)pensioenfonds, stichting en vereniging);
- Bezwaaradviescommissies, adviescolleges met wettelijke taak;
- Toetsingscommissies, geschillencommissies en vergelijkbare commissies.
Bijzonder is nog dat dit besluit terugwerkt tot 13 juni 2019, de datum waarop het Hof van Justitie van de EU arrest heeft gewezen. Maar als in de periode vanaf 13 juni 2019 voor de bedoelde werkzaamheden btw in rekening is gebracht, die bij de afnemer in aftrek is gebracht, hoeft hierop niet te worden teruggekomen.
Maar let op: Heeft u na 13 juni 2019 BTW in rekening gebracht die voor uw opdrachtgever (deels) niet aftrekbaar was? Dan dient u een credit nota te sturen naar de opdrachtgever en kunt u de ten onrechte afgedragen BTW terugvragen bij de Belastingdienst.